Nieuws
Wettelijke betalingstermijn per 1 juli 2017
30 mei 2017Wettelijke betalingstermijn per 1 juli 2017
Sluit u een overeenkomst met een bedrijf, overheid of consument? Dan geldt vaak een betalingstermijn. Deze termijn mag niet onredelijk zijn. Er is geen wettelijke minimumbetalingstermijn. De betalingstermijn staat meestal in de algemene voorwaarden van de overeenkomst.
Wettelijke betalingstermijnen
De betalingstermijnen bij overeenkomsten tussen bedrijven en bij overeenkomsten tussen bedrijven en overheden zijn wettelijk vastgelegd.
Business-to-business (B2B)
- Als u contractueel niets regelt, moet de factuur worden betaald uiterlijk 30 dagen na de dag van ontvangst van de factuur.
- In de overeenkomst mag een langere betaaltermijn van maximaal 60 dagen worden afgesproken.
- Een betalingstermijn van langer dan 60 dagen is alleen toegestaan als aangetoond kan worden dat dit voor geen van beide partijen nadelig is.
Bedrijven en overheden
Uiterlijk 30 dagen na de dag van ontvangst van de factuur moet worden betaald. Afwijken van deze termijn is vrijwel niet mogelijk. De Rijksoverheid gebruikt als inkoop- en leveringsvoorwaarden de Algemene Rijksvoorwaarden voor het verstrekken van opdrachten tot het verrichten van diensten (ARVODI-2016), de Algemene Rijksinkoopvoorwaarden (ARIV-2016) en de Algemene rijksvoorwaarden bij IT-overeenkomsten (ARBIT-2016).
Wat verandert er per 1 juli 2017?
Straks kunnen grote ondernemingen geen langere betaaltermijn dan 60 dagen overeenkomen met midden- en kleinbedrijf en zelfstandig ondernemers als leverancier of dienstverlener. Overeenkomsten met betaaltermijnen van langer dan 60 dagen worden nietig verklaard. De betaaltermijn wordt van rechtswege omgezet in een betaaltermijn van 30 dagen. Als de afnemer de factuur pas na 30 dagen betaalt, is van rechtswege wettelijke handelsrente (8% per jaar) verschuldigd over de termijn die de 30 dagen overschrijdt. Voor bestaande overeenkomsten geldt een overgangsregeling van één jaar.
Nu kan een betaaltermijn van langer dan 60 dagen overeengekomen worden als dit aantoonbaar voor geen van beide partijen nadelig is.
Voor wie?
- Mkb-bedrijven en zzp’ers als leverancier of dienstverlener
- Grote bedrijven als afnemer
Doel van de wet
Het doel van die wetgeving is klanten aan te sporen mkb-leveranciers sneller te betalen, uiterlijk binnen een maximale termijn van 60 dagen.
Op dit moment is er al een Europese richtlijn “late betalingen”, waarin een betalingstermijn van 30 dagen wordt gehanteerd. Bedrijven kunnen hier onderling onder bepaalde voorwaarden van afwijken. De praktijk is echter anders. Met name grote bedrijven hanteren betalingstermijnen van meer dan 60 dagen en kunnen deze door hun machtspositie ook opleggen. Hier zijn vooral mkb-leveranciers de dupe van. Organisaties als ONL voor Ondernemers en MKB Nederland signaleerden deze trend. Door die lange betaaltermijnen kun je als MKB-er in de problemen komen. Je komt in een spagaat terecht. Enerzijds moet je meer dan 90 dagen op je geld wachten (en dus voorfinancieren), anderzijds wil je deze grote klant niet kwijt.
Wat kunt u doen als uw klant niet betaalt?
Als uw klant uw factuur niet of te laat betaalt, mag u een standaardvergoeding voor incassokosten vragen. Daarnaast mag u wettelijke rente in rekening brengen.
Incassokosten
Incassokosten zijn de kosten die u als schuldeiser maakt om een geldvordering te innen, als uw schuldenaar deze niet uit zichzelf betaalt. De vergoeding is een percentage van de rekening. Is uw schuldenaar een bedrijf (B2B)? Dan kunt u in een overeenkomst hiervan afwijken. Hebt u geen overeenkomst, dan geldt de wettelijke regeling.
Wettelijke rente
Bij leveringen aan bedrijven en overheid geldt de wettelijke rente voor handelstransacties. Bij leveringen aan consumenten geldt de wettelijke rente voor niet-handelstransacties.
Eigendomsvoorbehoud of eigendomsrecht
Verkoopt u goederen, dan kunt u een eigendomsvoorbehoud opnemen in de koopovereenkomst of algemene voorwaarden. De goederen blijven dan uw eigendom totdat de koper heeft betaald. Hiermee kunt u bijvoorbeeld goederen terugvorderen bij een faillissement. Er zijn situaties waarin u geen eigendomsrecht kunt uitoefenen. Bijvoorbeeld als de koper uw goederen heeft verwerkt in een ander product, ze heeft vermengd met een andere partij of ze heeft doorverkocht. Lees meer…