Nieuws
Duurzaam betaalgedrag is een complex vraagstuk
10 augustus 2022dr. Nadja Jungmann over het Syncasso onderzoek naar duurzaam betaalgedrag
Er is een groep debiteurklanten die regelmatig voorkomt in de overdracht van (nieuwe) vorderingen van de opdrachtgevers van Syncasso. Daar kunnen verschillende oorzaken voor zijn. Wisselende inkomsten of een tekort aan betaalcapaciteit op de korte of middellange termijn. Of structureel te lage inkomsten voor de noodzakelijke verplichtingen. Er is ook een groep debiteurklanten die wel beschikken over voldoende betaalcapaciteit, maar waarbij het financiële gedrag niet gezond genoeg is om termijnbetalingen goed na te komen. Syncasso heeft dr. Nadja Jungmann van het lectoraat Schulden en Incasso van de Hogeschool Utrecht en dr. Martijn Keizer van Customer Insights Center van de Rijksuniversiteit Groningen gevraagd om te onderzoeken hoe we bij die groep debiteurklanten duurzamer betaalgedrag kunnen bevorderen.
Er wordt in de schulddienstverleningsketen veel gesproken over duurzaam betaalgedrag.
Wat houdt duurzaam betaalgedrag precies in volgens jou?
Het komt in het kort neer op de wens van schuldeisers dat debiteuren beter gaan betalen. Ik kom als onderzoeker en trainer op veel verschillende werkvloeren, bij overheden en vaste lasten leveranciers. Daar zie en hoor je dat duurzaam betaalgedrag deels wordt ingegeven door financiële belangen. Logisch, je wilt dat er gewoon betaald wordt. Maar ook vanwege de verstoring die slecht betaalgedrag oplevert voor de processen. Een deel van de klanten valt bij herhaling terug in een achterstand. Daar willen we graag oplossingen voor zoeken om ze te helpen naar gezond, trouw betaalgedrag. Waarbij de kans op een terugval heel klein is.
Niet alle debiteuren hechten evenveel belang aan op tijd betalen. Soms omdat andere zaken een hogere prioriteit hebben en soms omdat een debiteur niet zo veel affiniteit heeft met de betreffende schuldeiser. Er zijn ook debiteuren die er wel belang aan hechten maar het openstaande bedrag niet ineens kunnen voldoen. Daar spreken we betalingsregelingen mee af. Daar zit iets positiefs in, tot het moment dat de regeling niet wordt nagekomen. Soms wederom omdat een debiteur er niet al te veel belang aan hecht, maar vaak ook omdat de debiteur te weinig geld overhoudt om van rond te komen. We vinden het aan de schuldeiserskant moeilijk om te accepteren dat iemand (echt) niet kan betalen. We willen eigenlijk in alle gevallen een betalingsregeling. En schuwen daarbij niet om ongeacht het budgetplaatje minimumbedragen per maand te vragen of zelfs betalingsregelingen te treffen onder een loonbeslag. Het kan niet, maar het gebeurt toch.
Je hebt eerder onderzoek gedaan naar interventies voor Duurzaam Betaalgedrag voor de WRR.
Is dit nieuwe onderzoek daar een vervolg op of is de benadering heel anders?
De samenwerking met de Rijksuniversiteit Groningen vind ik echt supergaaf. De benadering is heel anders. Martijn en ik zijn echt complementair. We beginnen niet meteen met het onderzoek naar de interventies om duurzaam betaalgedrag te stimuleren, maar we durven eerst eerlijk de vraag te stellen hoe groot de groep debiteuren is, waarbij we geen invloed kunnen hebben op het betaalgedrag.
Die groep betrekken we niet in de rest van ons onderzoek. De omvang van die groep gaat wel gespreksstof geven. Onder meer om in Den Haag duidelijk te maken waar we beleid en wetgeving in welke mate op moeten richten. Als er veel schuldeisers zijn, moeten we de discussie voeren over het maximumaantal termijnen en het minimumbedrag dat per maand afgelost moet worden om die te verdelen onder de schuldeisers. Hoge termijnbedragen en korte looptijden om de achterstand snel op te lossen zijn logisch gezien vanuit de bedrijfsprocessen. Maar als het in het budget van een debiteur niet past, moeten we dat niet willen. Er ontstaan alleen maar nieuwe problemen bij andere schuldeisers.
In de afgelopen jaren is er veel aandacht gekomen voor de schuldenproblematiek. Documentaires zoals ‘Schuldig’ droegen eraan bij dat we ons zijn gaan realiseren dat we onvoldoende oog hebben voor de manier waarop mensen met schulden helemaal klem kunnen komen te zitten. En tegelijkertijd droeg alle aandacht er onbedoeld ook aan bij dat we te veel zijn gaan aannemen dat alle mensen met schulden zich maximaal willen en kunnen inspannen om de problemen op te lossen. Niet iedereen vindt het nakomen van zijn verplichtingen even belangrijk. Er is echt behoefte om meer zicht te krijgen op die groep. Kun je op tijd betalen belangrijk genoeg maken én ervoor zorgen dat je dat ook elke maand lukt. Dat vraagt ook keuzes van de debiteur. Het is erg belangrijk dat we naar een evenwicht zoeken in de schuldenproblematiek.
De schuldenproblematiek heeft veel weg van een pendule. Die sloeg eerst uit naar de schuldeiser, die veel macht en bevoegdheden had om te incasseren. We zijn ons gaan realiseren dat we daarin de debiteur onvoldoende zagen. Dat was de aanleiding om allerlei nieuwe wetgeving en beleid in te voeren en om sociaal te gaan incasseren. In de praktijk pakt sociaal incasseren niet altijd even sociaal uit. De (financiële) ruimte die voor de debiteur bedoeld was, wordt op veel plekken geclaimd door andere schuldeisers die daar niet aan meedoen. Dat heeft als gevolg dat ik zie dat een deel van de ‘sociale’ schuldeisers op de weg terug zijn. Als de ruimte die ze bieden ingepikt wordt door een ander, zijn we snel weer terug bij af.
Dat kunnen we oplossen met een ‘level playing field’ voor alle schuldeisers. Daarvoor hebben we Den Haag nodig. Maar ook het lef, om samen uit te werken hoe we voorkomen dat we mensen niet naar het absolute minimum dwingen. Een norm die oog heeft voor bijzondere omstandigheden, zoals dure medicijnen. Ruimte biedt voor maatwerk. Dat lijkt best ingewikkeld, maar digitalisering biedt daar oplossingen voor. Daar ben ik best hoopvol over, omdat je met zo’n normering en objectieve informatie zowel de debiteur als de schuldeiser kunt aanspreken op hun gedrag. Concreet denk ik aan soort een minnelijke beslagvrije voet, waarbij je meer financiële ruimte overhoudt dan in het gerechtelijke traject.
Duurzaam Betaalgedrag is een breed begrip. U spreekt vaak over gezond betaalgedrag.
Is dat hetzelfde, of zijn er verschillen?
Ingewikkeld. Eigenlijk ligt daar er nog een vraag daaronder: wie is de maatschappij om mij te vertellen hoe ik met m’n geld om moet gaan? De filosoof John Stuart Mill stelt in zijn boek ‘On Liberty’ dat persoonlijke vrijheid moet gaan tot de grens waar je anderen in de weg zit. Maatschappelijke kosten horen ook bij de afweging van die rechten. Dat vind ik een mooie manier van kijken naar vrijheid. Het vraagt dat je steeds moet zoeken naar evenwicht. Verantwoordelijkheid om te betalen, voor zover je die keuze hebt en er geld is. Daarom is het erg belangrijk dat we zorgvuldig zijn om bij incasso de kaders en normen die we hanteren helder te maken. Wat betekent het als mensen die norm niet nakomen?
We zien een beweging dat we in een steeds vroeger stadium het betaalgedrag van debiteuren willen voorspellen. Bijvoorbeeld om afsluitingen te voorkomen. Verwacht je van dit onderzoek dat de interventies curatief of meer preventief zullen worden ingezet? Of past het op verschillende plekken in de schulddienstverleningsketen?
Dit onderzoek gaat het hele veld verder helpen. Zowel schuldeisers, schuldenaren als schuldhulpverleners. Het is echt enorm spannend wat we gaan vinden met dit onderzoek. We bedenken nu die interventies en verwachten we dat XY het beste werkt en dat er Z uitkomt. Maar interventies werken niet voor iedereen hetzelfde. Het is een schoolplein vol karakters. En schulden zijn ook niet allemaal hetzelfde, denk aan schulden bij familieleden. Duurzaam betaalgedrag blijft daarom een complex vraagstuk. Daar gaat dit onderzoek over.
Presentatie eerste onderzoeksresultaten
Syncasso organiseert seminars om de resultaten en inzichten van de verschillende onderzoeksfasen met ketenpartners in de schulddienstverlening te delen. De eerste bijeenkomst om de resultaten van het data-onderzoek te presenteren is gepland op donderdag 15 september.
In dit seminar vertellen de onderzoekers over de gekozen benadering en de verschillende fasen van het onderzoek. We delen de uitkomsten van de eerste kwantitatieve fase van het onderzoek, over de omvang van de doelgroep en haar sociodemografische karakteristieken. We verwachten dat we de ook eerste inzichten uit de kwalitatieve interviews met doelgroeppersonen aan u kunnen presenteren.
U bent van harte uitgenodigd op donderdag 15 september van 15:00 tot 17:00 uur in Social Impact Factory in Utrecht. Aansluitend is er een borrel.