Nieuws
Op pad met Renate Richters, voorzitter NVVK
09 januari 2025
Onze deurwaarders nemen regelmatig mensen uit de keten mee om het werkveld in de praktijk te laten zien. Lees hier het interview met Renate Richters, over hoe zij haar eerste zes maanden als voorzitter bij de NVVK en het werkveldbezoek met Paul Otter, gerechtsdeurwaarder bij Syncasso, heeft ervaren. |
U bent nu ruim een half jaar voorzitter van het bestuur bij de NVVK. Wat kunt u vertellen over uw ervaring tot nu toe?
Het eerste halfjaar zit erop. Wat me opvalt, is de enorme betrokkenheid binnen alle lagen van de organisatie. We werken als brancheorganisatie echt mét en vóór onze leden. Ik ben veel op pad geweest om van onze leden te horen wat er speelt en om te zien hoe het werk in de praktijk gaat. Wat mij positief heeft verrast, is de gezamenlijke inzet van iedereen: van hulpvragers tot schuldeisers, allemaal werken ze samen aan een goede balans en duidelijke afspraken. Het is een mooie start bij deze club!
Wat zijn de belangrijkste prioriteiten die nu actueel zijn?
Een belangrijk punt is de halvering van de schuldregeling van 36 naar 18 maanden. Dit brengt uitdagingen mee in de praktijk. Daarnaast is er aandacht voor de basisdienstverlening. Dit komt voort vanuit de landelijke bestuurlijke afspraken die regelen dat alle hulpvragers recht hebben op een minimumniveau van schuldhulpverlening. Ook zetten we verder in op vroegsignalering om schuldenproblematiek vroegtijdig te ontdekken. Hiervoor maken we afspraken met onder andere gemeenten en vaste lastenpartners.
Een ander belangrijk speerpunt voor de NVVK is het hanteren van het vrij te laten bedrag (VTLB) bij het berekenen van de afloscapaciteit. In de ledenraad is besloten dat we ook een nul-aanbod accepteren. Concreet betekent dat, dat als uit de berekening voor de afloscapaciteit blijkt dat het inkomen van de hulpvrager onder het bestaansminimum ligt, er een nul-aanbod wordt gedaan. Er wordt dan een proces ingezet om de schulden toch volledig te saneren. Het was een spannend besluit. Ook voor onze achterban omdat we staan voor het juiste evenwicht tussen schuldeisers en schuldenaren. Uit overleg met schuldeisers blijkt dat zij begrip tonen voor dit besluit. Ook zij vinden het belangrijk dat mensen niet onder het bestaansminimum komen. Wel geven zij aan dat er begeleiding nodig is om terugval te voorkomen. De NVVK vindt bestaanszekerheid cruciaal. Dat sommige mensen niet rondkomen volgens de NIBUD-normen, vinden wij zorgelijk. We hadden gehoopt dat het Rijk het sociaal minimum zou verhogen.
Tegelijkertijd ondersteunen we onze leden bij de implementatie van al deze plannen. Dat doen we door het organiseren van bijeenkomsten, bereikbaar te zijn als vraagbaak en door het monitoren van de impact. De samenwerking met leden en schuldeisers is hierin erg belangrijk. Want zij dragen bij aan de uitvoering en het evenwicht in het uitdagende werkveld.
U bent mee op werkbezoek geweest met Paul Otter, een van onze gerechtsdeurwaarders. Hoe heeft u dat ervaren? Wat viel u op, wat heeft u verrast, of wat blijft u bij?
Het werkbezoek met Paul gaf me, ondanks mijn ruime ervaring op dit terrein als wethouder bij de gemeente Eindhoven, veel nieuwe inzichten. Paul liet me zien hoe de keten rondom inning werkt en hoe signalen van problematische schulden al bij de voordeur zichtbaar kunnen zijn. In het werkbezoek zijn we langs veel bedrijven gegaan vanwege loonbeslagen. Het verraste me hoeveel routine bedrijven hebben in deze situaties. Bij sommige bedrijven merk je betrokkenheid en zorgvuldigheid, zoals het direct veilig opbergen van informatie, terwijl anderen het vooral als extra werk zien. Wat indruk op me maakte, was hoe Paul in de gesprekken het belang van doorverwijzing naar hulp via de gemeente benadrukte, iets wat essentieel is. Ook ons gesprek over een ‘pauzeknop’ die Paul benoemde blijft me bij: een instrument dat de hulpvrager kan inzetten om op adem te komen en hulp te organiseren voordat schulden verder escaleren. Dit sluit aan bij een project waar we als NVVK mee bezig zijn, samen met het ministerie, gemeentes en de VNG. Het zou geweldig zijn als gerechtsdeurwaarders dit in de praktijk kunnen toepassen om zo ook hulpvragen sneller op gang te brengen. Het werkbezoek liet zien hoeveel kansen er liggen voor betere samenwerking en doorverwijzing.
Wat vindt u belangrijk in de samenwerking binnen de hele keten? Zijn er specifieke voorbeelden waar samenwerking écht het verschil maakt?
In de invorderingscase ligt de focus op het vorm geven aan sociaal incasseren. Het is essentieel dat schuldeisers meewerken aan schuldhulpverlening en betalingsregelingen. Tegelijkertijd denk ik dat we vooral moeten kijken naar het beperken van de kostenoploop. Daar zijn afspraken over gemaakt met onder andere de KBVG en de NVVK. Die gaan over het stopzetten van de invordering zodra een hulptraject wordt ingezet. Het Interdepartementaal BeleidsOnderzoek ‘Problematische Schulden’ (IBO) ondersteunt dit in de voorgestelde maatregelen. Wat ik ook belangrijk vind, is hoe we effectief naar elkaar doorverwijzen. Vanuit de NVVK zijn we bezig met het project ‘Warm doorverwijzen’. Samen met drinkwaterbedrijven en de Nationale Schuldhulproute, helpen we om debiteuren snel in contact te brengen met de gemeente. We zien dat ook de deurwaarders hiermee bezig zijn. Het project ‘ketensignalering’ van de KBvG speelt hier op in. Wat ik belangrijk vind is dat we krachten bundelen en succesvolle initiatieven landelijk opschalen, in plaats van losse projecten te starten. Zo kunnen we echt impact maken voor hulpvragers.
Hoe kijkt u aan tegen het IBO-onderzoek en de maatregelen die zijn voorgesteld rondom schuldhulp?
Als ik kijk naar het regeerakkoord vind ik het teleurstellend dat de ambities uit het vorige kabinet, zoals het halveren van kinderarmoede en het terugdringen van problematische schulden, niet zijn overgenomen. Wat betreft het IBO zijn we blij met de maatregelen die hierin zijn voorgesteld. Het is een kritisch rapport met oprechte goede intenties. Onze grootste zorg zit echter in de uitvoering van de maatregelen. Het kabinet spreekt dan wel ambitie uit, maar creëert volgens ons onvoldoende financiële ruimte om deze maatregelen effectief te realiseren. Ook zijn er binnen onze achterban zorgen over het ontbreken van geld voor financiële educatie op scholen. We kunnen veel financiële problemen voorkomen door jongeren beter voor te lichten. Hieraan invulling geven is voor gemeentes niet eenvoudig. Het is niet wettelijk vastgesteld wat een gemeente moet leveren of uitgeven aan schuldhulp. Daarbij komt dat veel gemeentes een uitdagend financieel jaar verwachten in 2026. Dat maakt dat we met enige zorg naar de toekomst kijken. Maar we herkennen en onderschrijven de maatregelen uit het IBO, en gaan hier ook actief met de hele keten mee aan de slag. Binnen de NVVK hebben we ruimte gecreëerd om hier een goede bijdrage aan te leveren.
Wat zou volgens u echt een doorbraak zijn in het voorkomen van problematische schulden? Wat hebben we nodig en wat doen we nu nog niet?
Daarin zie ik het vormgeven van eerder contact door vroegsignalering als het belangrijkste punt. Dat we er echt veel eerder bij kunnen zijn. Wij willen heel graag het bereik van schuldhulpverlening vergroten. Dat kan naast schuldhulpregelingen op vele manieren. Bijvoorbeeld door budgetcoaching en budgetbeheer. Het blijft echter een onderwerp dat in de taboesfeer zit. Mensen lopen niet met hun schulden te koop en komen vaak pas in een laat stadium in een hulptraject terecht. Ik zou willen dat we dat kunnen veranderen. Daarnaast is het belangrijk dat we samen werken aan het overwinnen van praktische barrières, zoals privacywetgeving, om mensen beter door te kunnen verwijzen naar schuldhulpverlening, omdat dit in ieders belang is.
Tot slot. Wie is Renate Richters?
Ik ben bijna 50 jaar, woon in Eindhoven samen met mijn vriend en twee katten. Na acht jaar gemeenteraadslid en zes jaar wethouder in Eindhoven, ben ik in 2022 gestopt en werk sindsdien aan diverse projecten in het sociaal domein, naast mijn rol als voorzitter bij de NVVK. In mijn vrije tijd wandel ik graag, ga ik uit eten, naar het theater, de film of een concert, en daarnaast vervul ik een aantal toezichthoudende rollen, zoals voorzitter van de Raad van Commissarissen van een regionale huisartsencoöperatie en als vrijwilliger bij een poppodium en bij een Eindhovense stichting die mensen zonder verblijfsvergunning helpt.